Cassatie maakt opnieuw bocht: rechter mag btw-boete niet zomaar meer verminderen

Het Hof van Cassatie heeft op 25 april 2025 een opvallende koerswijziging doorgevoerd in de rechtspraak rond administratieve btw-verhogingen. In tegenstelling tot eerdere arresten uit 2023, stelt het Hof nu opnieuw duidelijke grenzen aan de toetsingsbevoegdheid van de rechter. Wie een btw-verhoging wil aanvechten, moet voortaan eerst langs de minister van Financiën.
Wat zegt het arrest van 25 april 2025?
Tot voor kort konden rechters een administratieve btw-boete toetsen aan het evenredigheidsbeginsel van artikel 6 EVRM, zelfs als er nog geen verzoek tot kwijtschelding bij de minister van Financiën was ingediend. Dat was het gevolg van twee arresten van het Hof van Cassatie in maart 2023, die veel flexibiliteit boden.[1]
Die ruimte wordt nu opnieuw ingeperkt. Het Hof van Cassatie stelt in zijn arrest van 25 april 2025 dat een rechter geen btw-boete mag herleiden tot onder het wettelijk minimum – zelfs niet op basis van artikel 6 EVRM – tenzij er vooraf een verzoek tot kwijtschelding werd gericht aan de minister van Financiën.
Wat zijn de concrete gevolgen?
Deze nieuwe rechtspraak heeft directe en belangrijke gevolgen voor de praktijk. De weg naar de rechter is niet langer rechtstreeks mogelijk in alle gevallen:
- Gaat het enkel om de btw-verhoging?
Dan moet de zaak voortaan eerst worden voorgelegd aan de minister van Financiën via een verzoek tot kwijtschelding. Zonder dat verzoek kan de rechtbank zich niet uitspreken over de boete.
- Bevat het dossier zowel een inhoudelijk geschil als een discussie over de btw-boete?
Dan moet het dossier opgesplitst worden:
- De inhoudelijke kant van de zaak kan rechtstreeks naar de rechtbank.
- Het deel over de btw-verhoging moet eerst via een verzoek aan de minister van Financiën verlopen.
- Pas wanneer de minister daarop niet of negatief reageert, kan dat onderdeel alsnog aan de rechter worden voorgelegd. In de praktijk betekent dit dat er twee procedures naast elkaar gevoerd moeten worden.
- Wordt gekozen voor een administratief beroep (willig bezwaar)?
Dan moet ook hier het deel over de btw-verhoging worden afgesplitst. Voor dat luik moet apart een verzoek tot kwijtschelding worden ingediend bij de minister van Financiën. Zonder dat verzoek is een latere beoordeling door de rechtbank niet mogelijk.
Wat kun je als boekhouder doen?
Deze nieuwe koers van Cassatie brengt extra procedurestappen met zich mee en vergt een zorgvuldige aanpak. Het is cruciaal om cliënten tijdig te informeren over het verplichte verzoek aan de minister. Zo voorkom je vertragingen of een onontvankelijke procedure voor de rechtbank.
Heb je vragen over de juiste aanpak bij een btw-verhoging? Neem contact met ons op. We begeleiden je graag stap voor stap, zodat jij je cliënten correct en efficiënt kunt bijstaan.
[1] Cass. 2 maart 2023, AR F.21.0172.F, www.monKEY.be.; Cass. 24 maart 2023, AR F.21.0056.N, www.monKEY.be.
HEEFT U VRAGEN OF WENST U BIJKOMENDE INFORMATIE?
Neem dan contact met mij op via onderstaand contactformulier.